Tol heffen in Tolkamer

Tolkamer, bij Lobith, dankt zijn naam aan het feit dat hier tol werd geheven. Op de plek waar de Rijn Nederland binnenkomt kwamen veel goederen het land binnen: geen enkel schip voer voorbij zonder zich te melden. Al in 1222 kreeg graaf Gerard I van Gelre toestemming om een tol te vestigen op het Lobede aan de Rijn. Rond 1600 verdween de tolfunctie van het huis, en tijdens de Tachtigjarige Oorlog deed het dienst als hoofdkwartier van Maurits. Daarna raakte het in verval en is het tijdelijk een kerk geweest. Vanwege de verandering van de loop van de Rijn is in 1711 het tolhuis verplaatst naar de plaats waar later het douanekantoor zou komen bij Tolkamer. Het tolhuis, zoals dat nu nog te zien is bij Tolkamer, werd in 1905 gebouwd. 

Daarnaast bevond zich in Tolkamer één van de oudste scheepswerven van Nederland: vroeger de Lobithsche Scheepsbouw Maatschappij, later scheepswerf de Hoop. Deze scheepswerf startte als eenvoudige werf waar in eerste instantie houten roeiboten voor vissers en houten zeilschuiten werden gebouwd. Later werd overgegaan op het bouwen van ijzeren schepen. Aan het einde van de tweede wereldoorlog is de werf volledig verwoest, maar daarna wel weer opgebouwd. 

In 1920 bouwde scheepswerf de Hoop in Tolkamer het zogeheten Tuindorp ‘Bodewes’. Het werd gebouwd als huisvesting voor de toen aangetrokken Poolse arbeiders. Deze vertrokken snel weer en daarna is het dorp blijven bestaan onder de naam Tuindorp Rijnwaarden. Het is tegenwoordig een buurtgemeenschap van Tolkamer. In 2008 kreeg Tuindorp de titel Beschermd Dorpsgezicht vanwege de monumentale uitstraling. Bij Tuindorp is in 2017 een overnachtingshaven heropend voor beroepsvaart. Door het verleggen van het Pannerdens kanaal zijn de laatste zichtbare herinneringen aan de scheepsbouw in Pannerden verdwenen.